Brussel wil de kosten die bepaalde buitenlandse onderdanen moeten betalen om een reisvergunning voor de Europese Unie te krijgen, verhogen van 7 naar 20 euro, zo heeft de Commissie vrijdag bekendgemaakt. Het gaat om een digitale reisvergunning, vergelijkbaar met die welke het Verenigd Koninkrijk heeft ingevoerd.
Deze digitale reisvergunning, ETIAS genaamd, zal gelden voor onderdanen van ongeveer zestig landen die zijn vrijgesteld van een visum voor kort verblijf in Europa, zoals Brazilië, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
De Europese Unie loopt achter met de invoering van deze nieuwe vergunning, die gepaard moet gaan met een geautomatiseerd grenscontrolesysteem. De invoering ervan wordt nu verwacht in het laatste kwartaal van 2026.
In 2018 had de Commissie een vergoeding van 7 euro voor dit toekomstige digitale document voorzien. Maar nu wil ze dat bedrag verhogen tot 20 euro vanwege “inflatie en operationele kosten”, aldus de Europese Commissie.
De lidstaten en het Europees Parlement zullen deze verhoging bekijken. De EU zegt zich aan te passen aan de kosten die in andere landen worden aangerekend.
Het Britse equivalent, bekend als ETA, kost 16 pond (18,5 euro) en voor de ESTA-vergunning in de Verenigde Staten moet 21 dollar (18 euro) worden betaald. Voor de EU zullen aanvragers jonger dan 18 jaar of ouder dan 70 jaar worden vrijgesteld van kosten.
Met het ETIAS-systeem kan men de Europese Unie (met uitzondering van Ierland) binnenkomen, evenals Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.
Deze reisvergunning heeft een maximale geldigheidsduur van 90 dagen en is drie jaar geldig.
De aankondiging komt op een moment dat de Europese Unie op zoek is naar nieuwe begrotingsmiddelen.