Ik maak dit in plaats van een klassieke biscuit. Het bevat weinig ingrediënten en blijft lang vochtig.

Een goed gerezen, luchtige biscuit is een ingrediënt van veel heerlijke taarten en cakes. Hoewel het in theorie vrij eenvoudig is om te maken, lukt het niet altijd. Het is dus de moeite waard om een paar trucjes te kennen, zodat het altijd perfect lukt. In het onderstaande artikel geven we je tips voor het bakken van een biscuit die niet inzakt, en onthullen we het recept voor een unieke Genuese biscuit.

Voor een geslaagde biscuit heb je slechts een paar ingrediënten nodig. De basis van de meeste recepten bestaat natuurlijk uit eieren en tarwebloem voor cake. Je kunt kiezen voor de klassieke versie of voor een recept rechtstreeks uit Italië, om precies te zijn uit Genua. Ontdek het verschil tussen Genuese biscuit en klassieke biscuit.

Wat is het verschil tussen Genuese biscuit en klassieke biscuit?

Klassieke biscuit is lichter en bevat minder vet, terwijl Genuese biscuit dankzij de toevoeging van boter langer vers blijft en ook vochtiger is. Het is vermeldenswaard dat hij iets minder rijst dan de traditionele versie. De Genuese versie is een uitstekende basis voor taarten met zwaardere crèmes, zoals botercrème.

Genuese biscuit wordt, in tegenstelling tot klassieke biscuit, meteen met hele eieren bereid. In het traditionele recept worden eerst de eieren met suiker geklopt en pas daarna worden de eidooiers toegevoegd. Bovendien moeten in het Genuese recept de eieren met suiker eerst in een kom boven een pan met stoom worden gemengd. Wanneer het mengsel homogeen is, kunnen de ingrediënten worden gemengd.

Het is belangrijk om te vermelden dat de ingrediënten voor beide soorten biscuitgebak uit de koelkast moeten worden gehaald, zodat ze op kamertemperatuur komen. In klassieke recepten voor biscuitgebak wordt vaak naast tarwebloem ook aardappelmeel of puddingpoeder toegevoegd, waardoor het deeg luchtig wordt en het gebak lekker vochtig blijft.

Genuese biscuit – recept

Voor het bakken van Genuese biscuit raden wij een cakevorm met een diameter van 24 cm aan.

Ingrediënten:

  • 120 g tarwebloem,
  • 120 g suiker,
  • 4 grote eieren,
  • 20 g boter,
  • eventueel een snufje zout.

Bereiding:

  1. Smelt de boter in een steelpan en laat afkoelen.
  2. Breng water aan de kook in een pan.
  3. Breek de eieren in een kom, voeg de suiker en eventueel een snufje zout toe. Klop het mengsel even met een garde boven de pan met kokend water, zorg ervoor dat de temperatuur niet te hoog wordt.
  4. Haal de kom van het waterbad en klop het mengsel met een mixer tot het glad en luchtig is.
  5. Zeef de bloem bij het mengsel en roer voorzichtig met een spatel.
  6. Voeg als laatste de gesmolten boter toe en roer alles door elkaar.
  7. Bekleed een cakevorm met bakpapier. Giet het beslag in de vorm.
  8. Bak de cake in een voorverwarmde oven op 180 graden gedurende ongeveer 30-35 minuten, tot een satéprikker er schoon uitkomt en de cake mooi bruin is.
  9. Laat afkoelen op een rooster.

Hoe bak je een biscuit zodat hij niet inzakt?

Als je zeker wilt zijn dat de biscuit niet inzakt, moet je een paar regels in acht nemen. Haal alle ingrediënten ongeveer twee uur voor het bakken uit de koelkast, zodat ze op kamertemperatuur komen. Meestal wordt aanbevolen om de biscuit te bakken op een temperatuur van 170 tot 180 graden zonder heteluchtfunctie. Open de oven ook niet te vaak.

Een populaire truc die je bij oma’s en moeders kon zien, is de bakvorm met de gebakken biscuit vanaf een hoogte van 50-60 cm op het aanrecht of de vloer laten vallen. Dit trucje helpt om de biscuit luchtiger te maken. In sommige recepten wordt aanbevolen om de biscuit na het afkoelen op een rooster in de oven te laten drogen.

Delen: